Baantjes trekken in openluchtbad De Vliet. Met een heerlijk zonnetje, wat een bof. Het is niet alles pais en vree. Het ondiepe voelt zich verlaten. De ligweide ligt er eenzaam bij. Het horecaterras zucht achter de afzetlinten.
Een kop koffie. Zou dat aan de straatkant kunnen? De fietsenstalling op het pleintje wordt amper gebruikt nu er een deurbeleid is. Ook leuk voor het wijkje ernaast. Bruggetje tussen de wijk en het parkeerterrein. Kom gezellig koffie leuten. Ik krijg er echt zin in, zo’n buitencafeetje op het pleintje. Fietsenrekken gewoon weg laten halen door de gemeente. Een enkele handhaven. Parasolletjes. Paar plantenbakken erbij. Ik doneer een boompje (eik die spontaan in de tuin opkwam). Vrolijk gekleurde potten met handgel. Naam van het pleintje: Vlietvreugde – of we doen een prijsvraag.
En als dan later het buitenterrein opnieuw wordt ingericht, blijft wegens doorslaand succes Vlietvreugde bestaan. Dan komt er een vijver met een fontein, vlonders met riet, leibomen, zo’n boom als bij de burcht met een bankje rondom. Vanaf de oprit naar het terrein planten die insecten aantrekken, boomstammetjes die tafels en bankjes zijn, simpele houten speeltjes zoals een evenwichtsbalk en paaltjes. Een paviljoentje voor muziek. En dan, helaas voor de buurt, wordt het hek van De Vliet verplaatst en hoort Vlietvreugde bij het zwembadterrein. Voordeel is dan weer wel dat het bad langer open blijft, dankzij het doorslaande succes van Vlietvreugde. Van heinde en ver komen mensen. Het is zó rendabel dat er een tweede buitenbad komt, dat is dan meer een natuurbad. De auto’s moeten ruimte maken voor deze droom. Er komt wat verderop een peperdure ingegraven parkeergarage zoals op de Garenmarkt en bij molen de Valk. Er is wel verschil: deze parkeergarage rendeert! Deze plek blijkt een oase in de stad te zijn en de ambtenaren van ruimtelijke ordening gaan nadenken hoe ze de stad kunnen transformeren richting Vlietvreugde.
Leiden, 30 mei 2020